Pagina's


maandag 29 oktober 2012

Wasgoed

Onze kleding werd centraal gewassen op kostschool. Iedereen werd geacht een "wastas" te hebben die wekelijks ingeleverd kon worden met vieze kleren. Na een paar dagen kon je in de rij gaan staan en je schone kleding keurig opgevouwen weer ophalen.
Om dat logistiek allemaal voor elkaar te krijgen moest je natuurlijk alles voorzien van naamlabels. Met veel pijn en moeite had ik samen met mijn moeder naamlabels in al mijn kledingstukken genaaid. Met de hand geschreven, met de hand geknipt en met de hand ingenaaid. Van onderbroeken tot pyjama's en bh's tot sportkleding, alles moest voorzien worden. Al naaiend kwamen wij erachter dat wij eigenlijk niet genoeg labelstof hadden. Dus wij besloten mijn naam in te korten. Marit Brandsma werd Marit Br. Scheelt toch weer een paar letters!
Na een paar weken op school begon ik kledingstukken te missen. Ik snapte er niets van! Van wat ik inleverde kwam maar de helft terug. Niet handig, als je maar een keer in de week je was mag inleveren.
Toen mijn nood eenmaal tot mij doordrong, waarschijnlijk pas toen ik mijn laatste schone onderbroek aan trok, ben ik gaan uitzoeken wat er aan de hand was.
Wat blijkt? Marit Br. werd toch echt niet als volwaardige naam beschouwd. De lieve wasvrouwen legden mijn kleding opzij, in de categorie "zonder naam". Die categorie was door hun toedoen inmiddels aardig gegroeid.
De volgende keer dat ik mijn was ging ophalen zag ik een briefje hangen in het washok: "Marit Br. is Marit Brandsma." En gelukkig kon ik vrij snel daarna weer schone onderbroeken aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties zijn welkom, en een bevestiging voor mij dat ik niet in het luchtledige schrijf. Bedankt dat je de moeite doet!