Pagina's


vrijdag 14 september 2012

Soms in Afrika

Ik ken Floor Koomen eigenlijk al vanaf mijn 18de. Via In de Ruimte, bekend van kerk, kinderkampen en bijbelschool. Maar op een of andere manier was nooit blijven hangen dat hij ook in Afrika is opgegroeid. Zijn boek Soms in Afrika is nu uitgekomen. Ik heb hem gevraagd of ik een fragment uit zijn boek mocht posten, en dat mocht. Hieronder een gedeelte van zijn verhaal. 
Zijn boek is hier te bestellen. 

Vanaf mijn elfde levensjaar kom ik er soms, in Afrika.
Soms houd ik van het continent, de mensen, de sfeer. Soms
denk ik het ineens te begrijpen en dan weer helemaal niet.
Soms is het grappig, vaak tragisch.
‘Soms’ is het sleutelwoord voor mijn reizen daar.
Alles is er vaak soms. Soms is er stroom, water of benzine.
De bus, trein en het vliegtuig vertrekken er soms. Twaalf uur
is soms twaalf uur, maar soms ook drie uur of de volgende dag.
Dat hangt er maar van af. In Afrika is heel veel soms, maar er
is ook een ‘altijd’. Altijd zijn de dingen er relatief. En zo wordt
altijd toch weer soms. Er is geen ontkomen aan… soms

Wij woonden in een eenvoudig lemen huis in het dorpje Utange
te midden van de lokale Digo- en Gyriamastammen. Anders
dan bij de andere westerlingen hadden wij geen hek, geen bewakers,
geen zwembad, geen airco en geen gazon. Zeker, we
hadden het luxer dan onze buren. Wij hadden een watertank
op het golfplaten dak, een generator voor stroom en de voorzijde
van ons huis was aangesmeerd met wit pleisterwerk.
Mijn moeder was haar tijd vooruit. Ze had een missie: Afrika
en zijn bewoners zijn de moeite waard. Wij zouden zo veel
mogelijk leven als zij. Dat betekende: een kleine groentetuin
op ons landje, een kleine kudde geiten die – als ik ze hoedde
– nooit daar gingen waar ik wilde, honden, loslopende kippen
en – bij het vallen van de avond – altijd bezoek van buren voor
een kop thee, een kletspraatje en een poging wat geld van mijn
moeder ‘te lenen’.
Als beginnend ‘man’ van elf Ć  twaalf jaar was ik behoorlijk
onder de indruk van de blote borsten van onze buurvrouwen.
Die wiebelden en zwabberden vrijuit voor mijn ogen, als ze
breed gebarend iets stonden te betogen of wanneer ze dansten.
Naast een ontluikende interesse voor het andere geslacht fascineerde
de aardsheid en het ongecompliceerde me zeer. Daar
waar ik mijn leven lang al de lichte neiging heb het bestaan te
vergeestelijken, wijst de Afrikaanse vrouw me met haar forse
achterwerk en aan zwaartekracht lijdende borsten naar de vaste
grond onder mijn zweverige voeten.
Voor en naast ons huis stonden tussen de kokospalmen een
paar indrukwekkende mangobomen die heerlijke vruchten
voortbrachten. Als we die wilden eten, wachtten we tot er apen
– vaak meerkatten, soms bavianen – in de bomen zaten. Als we
dan stenen naar ze gooiden, werden ze kwaad en vochten terug
door ons te bekogelen met de vruchten.


Soms in Afrika  ISBN 978-90-5999-9015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties zijn welkom, en een bevestiging voor mij dat ik niet in het luchtledige schrijf. Bedankt dat je de moeite doet!