Pagina's


donderdag 6 juni 2013

Voogd

Onze voogd was een grote zwarte man, met handen als kolenschoppen. Als hij sprak, dan werd er geluisterd. In het huis was het gezellig. Niet nederlands gezellig met planten in de vensterbank en kleedjes op de vloer en gordijnen, maar gezellig vanwege de bedrijvigheid.
Muzikale zonen zetten hun grote handen op de piano en zongen erbij. Er werd gelachen en er werd gegeten. Je was er welkom, dat was overduidelijk.
Toen ik mijn voogd na jaren weer zag op het vliegveld in Nairobi, toen ik daar aankwam met mijn man, pakte hij zijn hand en zei "thank you for bringing my daughter home". Nog ontroert het mij als ik daar aan denk.

Het was bijzonder eigenlijk, om Keniaanse voogden te hebben. Omdat onze ouders in een ander land woonden dan waar wij op school waren, was het nodig om voogden in Kenia te hebben. Mijn ouders hadden contact met  het oudste kind van deze bijzondere man en zij stelde voor dat hij de verantwoordelijkheid voor ons zou nemen bij rampspoed en tegenslag. 
Na de eerste onzekere ontmoeting volgde hartverwarmend contact. De jongens sloofde zich voor ons uit. Vader zorgde op afstand, moeder was lief en kookte lekker. Een keer kwam ik terug van een weekendje bij ze met mijn armen vol bloemen, die had een van de zonen voor mij gekocht.
We  hebben gelachen en geflirt en genoten van de aandacht.

Nu is er een boek verschenen over deze man. Het heet "I don't eat blacks - the life of Richard O Ondeng".  Die ga ik hoe dan ook lezen. Want eerlijk gezegd wist ik toen maar weinig van deze man, die toch wel een bijzondere geschiedenis blijkt te hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties zijn welkom, en een bevestiging voor mij dat ik niet in het luchtledige schrijf. Bedankt dat je de moeite doet!